image/svg+xml

Mijn herinneringen aan de 2e Wereldoorlog. Het begin van de oorlog

Verhaal

Mijn herinneringen aan de 2e Wereldoorlog. Het begin van de oorlog

Plaatje bij verhaal: mobilisatie-markeloseweg-a.jpg

Herinneringen aan de tweede wereldoorlog van Engelbert Spoor.
Deel I- Het begin van de tweede wereldoorlog in Goor.                                                                     

Bij het uitbreken van de oorlog had je als jongen geen flauw idee wat een oorlog allemaal kon inhouden. Mijn  eerste herinneringen gaan terug naar de mobilisatie van de Nederlandse militairen gelegerd in Goor en naar de radio-uitzendingen van de schreeuwende Hitler met zijn redevoeringen voor een  aan zijn lippen hangende begeesterde massa Duitsers, gezien de vele spreekkoren "Heil Hitler".

Mijn moeder, onderwijzeres geweest, kon  kennelijk dit geschreeuw niet alleen  volgen  maar ook goed begrijpen.  Zij verwachtte er niet veel goeds van.

Dit bleek o.a. ook uit de gesprekken die mijn ouders hadden met een  Meneer Levison, de al jaren lang bij ons over de vloer komende Joodse heer, waar mijn vader o.a. overleer voor maatschoenen van kocht. Hij kwam altijd tegen de avond en bleef eten en overnachten. Als de bestelling geregeld was ging het gesprek o.a. ook vaak over de te verwachten oorlog en de Jodenvervolging. Hoe mijn moeder hem ook trachtte te overtuigen om voor het komende onheil te vluchten (hij was zeer gefortuneerd en had bovendien familie in Amerika), hij wilde zijn zieke vader, die perse wilde blijven, niet in de steek laten. Al in het begin van de oorlog is hij naar Duitsland afgevoerd net nadat zijn vader overleden was. Bij een bezoek samen met mijn vader aan de zaak in Den Haag kregen  we van een oud-medewerker deze treurige afloop te horen. De zaak kreeg een z.g. Verwalter waar mijn vader geen zaken mee wilde doen.

Al spoedig nadat de Duitsers Nederland waren binnengevallen en het bombardement op Rotterdam tot de capitulatie van het Nederlandse leger had geleid werden mij de gruwelen van deze oorlog duidelijk.

Op een Zondag terugkomend van  een week logeren bij mijn neef in Wierden zag ik tot mijn verbijstering hoe onder aanvoering van een fanatieke NSB'er, een zekere Libbers, samen met een aantal soortgenoten, het huis van de Joodse familie Rosendaal geplunderd en de rest van de huisraad op het Kerkplein gegooid werd.

Nu had ik net in Wierden meegemaakt hoe een aantal boerenmensen uit Notter als represaillemaatregel naar Duitsland waren afgevoerd. Tijdens hun z.g. kabelwacht was een kabel van een zoeklicht 's nachts doorgeknipt.  We reden in de vakanties vaak mee op de vrachtwagen van het bedrijf van mijn oom die o.a. veevoer enz. bij de boeren afleverde. We kenden deze mensen en hun families goed. Deze gebeurtenissen maakten op mij een diepe indruk.    

Een voorval aan het begin van de oorlog staat me nog goed voor de geest. In een afvalwater- rioolsloot achter  de melkfabriek waren middelgrootte bommen terecht gekomen. Vermoedelijk  had een bommenwerper in nood zijn lading moeten droppen. De vleugels van de bommen staken nog net boven de sloot uit . Benno Schutte wilde zo'n ding wel hebben.

We bonden de bom bij hem achterop de bagagedrager van zijn fiets. In een mum van tijd brandde het ding, zijn jasbeschermers en de rest van de fiets als een hel. Het was een fosforbom. Onder water brandt fosfor niet. Fosfor geeft overigens verschrikkelijke brandwonden.

In de beginjaren van de oorlog vonden precisiebombardementen op de fabrieken van Stork, Hazemeijer en Dikkers in Hengelo plaats. Zogenaamde Mosquito's, Engelse vliegtuigen, kwamen dan 's avonds zeer laag vliegend over Goor met de zon in de rug , het Twente kanaal en de spoorlijn Zutphen als leiddraad, om deze fabrieken te bombarderen. Het afweergeschut op de fabrieken van Hazemeijer had geen schijn van kans om snel te richten en te vuren. Wanneer we 's morgens op school kwamen, de H.B.S. was ondergebracht in de z.g.Wilhelminaschool  naast het ketelhuis van Stork en tussen de fabrieken, konden we constateren hoe doeltreffend dit soort bombardementen waren. Later toen er ook veel overdag gevlogen werd, moesten we de school steeds bij luchtgevaar en direct daarna luchtalarm, (vliegtuigen over de IJssel) verlaten . We zaten meer in de kroeg surrogaat-koffie te drinken dan op school. We waren overigens uitstekende biljarters. Nog later is het lesgeven verplaatst naar een school op de Beukweg en op het laatst bleven we in huis en kregen taken opgelegd.

In dit verband is het misschien leuk om te vertellen hoe het vervoer naar school plaats vond. 's Zomers gingen we met de fiets 's winters met de bus. We hadden soms lesdagen van  's morgens 8u10 met een pauze in de middag van een uur tot 's avonds 17u00. Benzine was schaars en de paar bussen die niet door de moffen gevorderd waren reden op houtgas. Was het 's morgens al een toer om de langzaam startende en rijdende bussen aan de praat te houden(met gevolg dat we veel te laat op school kwamen) des te erger was het om 's avonds een plaatsje in  de bus te bemachtigen. Het kantoorpersoneel ging voor en de scholieren moesten maar wachten op de volgende bus, als hij al kwam. Een foefje was je schooltas voor het klepje van de houtgasketel achter op de bus  te houden zodat de motor afsloeg. " Wij niet naar huis jullie ook niet"  was het motief. Met een plaatsje op het spatbord of  op het bagagerek  boven op de bus namen we genoegen.

In de loop van de oorlog herstelden de geallieerden zich van de klappen die de moffen hen hadden toegebracht. We zaten 's nachts steeds vaker in de kelder ter bescherming voor de rondvliegende kogels als gevolg van de luchtgevechten en de uit nood door de bommenwerpers op weg naar Duitsland los gelaten bommen. Later door de Amerikanen, die alleen overdag vlogen, werd het nog erger. Ze namen het niet zo nauw. In dit verband speelde ook het z.g. "Lunapark"  een rol. Aan de rondweg, tegenover de Eternit-fabriek, bestempeld als Sperrgebiet, stonden namelijk radarantennes opgesteld die uiterst effectief de overvliegende toestellen kon detecteren, ondanks de door de vliegtuigen uitgeworpen zilveren strookjes.

Niet alleen werden er in de oorlog grote fosforbommen gebruikt. Ook bestond er een veel kleiner type. 
Hexagonaal van vorm met een zelfde aluminium gedeelte. Deze werden vaak in een keer in een grote hoeveelheid op het doel gegooid. Op een dag, in de herfst, de akkers waren net geploegd en ingezaaid, zoekend naar een neergestort vliegtuig, trof  ik in de buurt van Herike op zo'n omgeploegde akker een aantal boeren aan die bezig waren de afgeworpen brandbommetjes uit de vochtige akker te graven. Ze waren nog uitstekend in de kachel te gebruiken, zo luidde hun commentaar. Op mijn verdere zoektocht naar het wrak van het vliegtuig kwam ik iemand tegen die mij vertelde net na de moffen bij het wrak te zijn aangekomen. Hij had de opdracht gekregen te graven in een gat op de omgeploegde akker. Er zat het lichaam van een bemanningslid in waarvan de parachute niet was opengegaan. Het bleek een afschuwelijk schouwspel geweest te zijn. Hij was totaal van streek. Ik was blij net te laat geweest te zijn.  

Engelbert Spoor  Mei 2005

Terug naar overzicht en verantwoording

Auteur:Engelbert Spoor
Trefwoorden:Mobilisatie, Jodenvervolging, Goor, Fosforbom, Wilhelminaschool, Hexagonaal
Personen:Spoor, Libbers, Roosendal, Levison, Benno Schutte
Periode:1940-1945
Locatie:Goor

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.